Dag 47
Door: TEAM ZIJDEROUTE 2011
21 Juli 2011 | Oezbekistan, Buchara
441 km
Vandaag weer een tandenbijter. Dwars door de Karakum woestijn waar
de temperatuur weer hoog in de veertig zit. Misschien wel 50 graden.
Er komen nomaden op kamelen in karavaan door de woestijn gelopen,
ze gaan erg langzaam en ze zwaaien vriendelijk naar ons. De kamelen
zijn helemaal beladen met van alles en nog wat. De nomaden zelf zijn
helemaal ingepakt om zich te wapenen tegen de hitte. Alleen hun ogen
zijn zichtbaar. Dit is een schitterend gezicht en we kennen dit alleen
maar uit films. Nu dus in het echt.
Regelmatig rijden we langs brede kanalen waar het water hard doorheen
stroomt. Deze kanalen lopen dwars door de woestijn. Het zijn irrigatie
kanalen die duizenden kilometers lang zijn.
Vanuit het Aral meer in Kazachstan en vanuit de bergen in Afghanistan
wordt het water naar Turkmenistan geleid. Als deze kanalen droogvallen
dan valt heel Turkmenistan droog. Regen valt hier bijna nooit.
Bij de grensovergang van Uzbekistan aangekomen nemen we afscheid van
onze gidsen. Deze gidsen hebben we moeten inhuren om ons te begeleiden
door het land. Zonder gidsen geen visum. Ze rijden in een grote auto
voor ons uit. We vermoeden dat ze ook een oogje in het zeil houden
wat we aan het doen zijn. Turkmenistan is duidelijk nog niet klaar
om toeristen te ontvangen.
We stoppen net voor de grens en warempel, de nomaden op hun kamelen zijn
er ook. We begrijpen er niets van. Eerst sjokken ze op hun dooje akkertje
door de woestijn en plotseling halen ze hetzelfde gemiddelde als een
moderne westerse motorfiets. Ze hebben die arme kamelen waarschijnlijk
flink de sporen gegeven. Als vliegen hangen ze om ons heen en ze willen
geld wisselen. Het zijn vrouwen en we krijgen zelfs een beetje medelijden
met hen. We wisselen elk 10 dollar tegen een lage koers en ze zijn heel
erg blij. Dit scharen we dan maar onder de werken van barmhartigheid.
De Turkmeense grens is weer lastig, en we lopen van hokje naar deurtje
naar stempeltje naar papiertje naar strookje. Bagage wordt gecontroleerd
en alles moet van de motor af gehaald worden.
De grens van Uzbekistan is dan weer verrassend eenvoudig. De Uzbeken
zijn vriendelijk, en als ze lachen dan hebben ze een hele rij gouden
tanden in de mond staan. Ha ha, wat ziet dat grappig uit.
We moeten nog een 100 km rijden tot in Buchara. Dit is een van de
belangrijkste steden op de zijderoute en een centrum van de tapijthandel.
Morgen meer nieuws van de drie motaards,
-
22 Juli 2011 - 19:37
Harry:
zo te zien doet die kamelendrijver het niet slecht -
05 Augustus 2011 - 16:18
Johan (four2japan):
"Bij de grensovergang van Uzbekistan aangekomen nemen we afscheid van
onze gidsen. Deze gidsen hebben we moeten inhuren om ons te begeleiden
door het land. Zonder gidsen geen visum."
De grens heeft ons vorig jaar 2 dagen gekost.
Maar we hadden toen wel het voordeel dat ze ons geen gidsen hebben aangesmeerd en dat we alleen door Turkmenistan zijn mogen rijden.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley