Dag 24
Door: TEAM ZIJDEROUTE 2011
30 Juni 2011 | Turkije, Ankara
240km
We hebben Hasankeyf achter ons gelaten en rijden door de vallei van de Tigris richting Batman.
Links en rechts van ons hoge krijtrotsen met daarvoor een dorre en droge vallei.
Er staan wat graangewassen her en der verspreid over de vallei maar voor de rest is alles
dor en droog. Over een jaar of 3 zal deze vallei een stuwmeer zijn en kunnen we enkel nog met
duikflessen op de rug hier komen. In Batman aangekomen zitten we meteen weer in de westerse
wereld, dus gauw doorrijden. Na een uurtje of twee rijden duikt plotseling het Van-meer op.
Dit is het grootste meer van Turkije en is ontstaan door vulkanische activiteit.
Aan de voet van het Van-meer ligt de stad Tat-van en omdat we tijd over hebben gaan we
even de stad in. We parkeren de motoren in een
willekeurige straat en binnen 2 minuten zitten we alweer aan de thee (chay). We krijgen hier in Turkije
overal thee te drinken, waar we ook komen. De mensen hebben alle tijd en leven in volledige rust.
Ze zijn erg geinteresseerd in ons als buitenlanders en overal stellen ze ons dezelfde drie vragen.
De eerste vraag die ze stellen is waar we vandaan komen, Nederland voor Jel en Frank, Belgie voor
Dirk.
De tweede vraag die ze stellen is wat onze motoren kosten. We zeggen dan dat ze tweeduizend euro
per stuk kosten en dat gaat direct als een lopend vuurtje rond door de straat.
De derde vraag die ze stellen is wat we voor beroep hebben. We antwoorden dan braaf dat Jel een
professor is aan de Universiteit, Frank is bakker en Dirk is stucadoor.
Ook dat geloven ze heilig en het gaat direct rond in het Koerdisch.
Nadat we Tatvan verlaten gaan we de vulkaan op. Het schijnt dat midden in de krater een camping
ligt, al is dat moeilijk te geloven. Toch wagen we het er op en we klimmen steil omhoog tot een
dikke 2500 meter. Dan plotseling zien we links een enorme vulkaan krater die van binnen helemaal
begroeid is met planten en bomen. Ook zien we twee grote meren in de krater. Na vele dagen alleen
maar dorre en droge landerijen om ons heen gezien te hebben is de aanblik van deze groene oase
een lust voor het oog. Het is hier ook koeler, slechts 30 graden. Na dagenlang 40 graden of meer
is dat ook weer lekker.
We rijden de krater in via een zandweg waar ook autos overheen kunnen. De weg is bedekt met
vulkanisch as en erg verradelijk omdat ons voorwiel er plotseling in wegduikt.
Na een rit van 8 kilometer door de krater zitten we op het diepste punt en hier ligt inderdaad een
camping aan een meer. Het meer is gevuld met warm water en langs de kant is een poel waaruit heet
water omhoog borrelt. Je kunt er heerlijk in zwemmen, maar dat is voor morgen.
Morgen meer nieuws van de drie motaards.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley